Mozes en de Israëlieten waren in de woestijn, maar wat moest hij nu met hen beginnen? Het volk moest gevoed worden en voor twee à drie miljoen mensen te eten te geven heb je een heleboel voedsel nodig.

Volgens de kwartiermeester-generaal van het leger van Mozes moet Mozes elke dag 1500 ton voedsel hebben gehad. Wist je dat je om elke dag zoveel eten te vervoeren twee goederentreinen van elk minstens anderhalve kilometer lang nodig hebt?

Bovendien moet je niet vergeten dat ze in de woestijn zaten. Ze moesten dus ook brandhout hebben om eten te bereiden. Daarvoor heb je 4000 ton hout en nog een paar goederentreinen van anderhalve kilometer lang nodig – per dag.

En dan moet je bedenken dat ze 40 jaar onderweg waren.

O ja, ze moesten ook nog water hebben. Alleen om te drinken en een paar borden af te wassen zouden ze zo’n 42.000.000 liter en een bijna drie kilometer lange goederentrein met tankwagons per dag nodig hebben!

En dan nog iets! Ze moesten ’s nachts naar de overkant van de Rode Zee. Als ze twee aan twee over een smal pad zouden lopen, zou de stoet 1300 meter lang zijn en zouden ze er 35 dagen en nachten over doen. Dus moet er in de Rode Zee een opening geweest zijn van vijf kilometer breed, zodat ze met vijfduizend mensen naast elkaar in één nacht naar de overkant konden lopen.

Maar er is nog een ander probleem... Telkens als ze aan het einde van de dag hun kamp opsloegen, hadden ze een oppervlakte nodig van bijna 2000 vierkante kilometers. Stel je eens voor... dat is een flinke camping!

Denk je dat Mozes dat allemaal heeft uitgedokterd voordat hij uit Egypte vertrok? Ik denk het niet! Mozes geloofde namelijk in God. Hij kon al die dingen aan God overlaten...

 

(met toestemming overgenomen uit “Weer en wind” van John en Mark Stibbe, ISBN 90338 18191, uitgeverij Ark Boeken, p. 168-169)

DMC Firewall is developed by Dean Marshall Consultancy Ltd